GROEI IN BEELD

Een van de mooiste dingen van het starten met een voedselbos is het zien ontwikkelen van alles wat groeit en het ecosysteem als geheel. En zeker ook je eigen kijk op hoe je de natuur kunt beïnvloeden. Op deze pagina brengen we die ontwikkeling in 6 thema’s in beeld: de inrichting van de ruimte, de bodem, de oogst, het water, de seizoenen en de dieren.

De inrichting van de ruimte

Als je gewend bent aan een stadstuin en je hebt ineens de beschikking over meer dan een hectare vrije ruimte dan is het verleidelijk om niet na te denken over het benutten en inrichten ervan. Je hebt tenslotte genoeg en waarom zou je niet gewoon gaan experimenteren? Ook wij hadden de eerste jaren geen allesomvattend plan, ook omdat we de tijd wilden nemen om het terrein te leren kennen. Waar is het nat, hoe is de bodemgesteldheid, waar willen we zichtlijnen houden, wat zijn goede plekken voor een vijver en de kas, etc. Pas in jaar 4 (2024) zijn we daarop teruggekomen, min of meer gedwongen door de vaststelling dat werken zonder goed plan veel onnodige arbeid oplevert en ook niet erg opschiet. Het werd tijd om de natuur aan het werk te zetten. Dan moet die natuur er natuurlijk wel zijn want met gras alleen kom je er niet.

De eerste 3 jaar zijn we vooral druk geweest met het in leven houden van hetgeen er al was. De (deels) jonge aanplant van de vorige eigenaren had het moeilijk met de droge zomers en het hoge gras. We hebben rondom de struiken en bomen veel gras verwijderd, bokashi (gefermenteerd organisch materiaal) en houtsnippers toegevoegd en ook veel water gegeven. Ook hebben we struiken verplant om wat meer ruimte te maken. Uiteindelijk heeft veruit het grootste deel het gered, waardoor we nu een weelderige en snelgroeiende brede rand hebben op alle windrichtingen.

Omdat we graag al wat nieuws wilden toevoegen, hebben we elk jaar een stukje aangeplant met nieuwe soorten en telkens met een andere aanpak om het gras de baas te blijven. Hoewel vergelijken niet makkelijk is, geldt voor elke aanpak dat de beplanting zo’n 3 jaar nodig had om tot leven te komen en dat we het eigenlijk niet op z’n beloop konden laten.

Gezien het grote oppervlak aan grasland, hebben we in 2024 besloten het over een andere boeg te gooien en een integraal plan te maken met hulp van Martijn Aalbrecht.

De bodem

Er kunnen heel veel redenen zijn waarom bomen en struiken niet goed groeien, weinig oogst geven of kenmerken van gebreken vertonen zoals scheuren in de stam of verkleurde bladeren. De standplaats is uiteraard relevant, maar eigenlijk begint alles met de bodemgesteldheid. Is die namelijk op orde dan zullen er voldoende zuurstof, nutriënten, water en schimmels aanwezig zijn. Het zijn de basisvoorwaarden voor gezonde en stabiele groei. Maar ook voor gezonde vruchten. In Nederland heb je goede kans dat die basisvoorwaarden voor een groot deel ontbreken. Veel bodems zijn ‘uitgehold’. Ze bevatten te weinig nutriënten zoals kalk, magnesium en kalium, zijn verdicht of bijvoorbeeld bacteriedominant terwijl voor meerjarige gewassen vooral schimmelstructuren nodig zijn.

Ook onze bodem bleek na een analyse in 2024 veel tekorten te kennen. We hadden zelf al vastgesteld dat de bodem niet in goede doen was, maar behalve mulchen en de bodem niet met zwaar materieel betreden, hadden we er geen oplossing voor. Uit de bodemanalyse bleek onze TEC-waarde 9,17 (hoeveelheid nutriënten die vastgehouden kunnen worden, de zogenaamde uitwisselingscapaciteit), en onze CEC-waarde 4,68 (hoeveelheid nutriënten die daadwerkelijk vastgehouden worden). Ons percentage stabiele organische stof (ook zo’n belangrijk en moeilijk te beïnvloeden gegeven) is 4,3%, best aardig voor zandgrond. Conclusie: de bodem is weliswaar uitgehold, maar er is ruimte voor herstel. We kozen ervoor om schelpengruis uit te strooien voor de langzame afgifte van kalk en kalkkorrels met magnesium voor een snellere opname. Deze combinatie moet de bodem een boost geven die andere basisvoorwaarden kan laten ontstaan. De komende jaren gaan we merken of het werkt.

Maar de belangrijkste ingreep die we na 4 jaar hebben gedaan, is het planten van 1325 boompjes in het open grasland. De zwarte els, ruwe en zachte berk, gewone es, hazelaar en 7 soorten wilgen moeten het werk gaan doen dat wij eigenlijk niet in voldoende mate kunnen; het ontwikkelen van schimmelstructuren en het ‘openen’ van de bodem. Deze zogenaamde pioniers stellen zelf weinig eisen aan hun standplaats én zijn in staat het andere soorten naar de zin te maken. Niet alleen door de bodemgesteldheid te verbeteren maar ook omdat ze beschutting geven en heel veel organisch materiaal. Via de bladval in de winter en omdat we ze veelvuldig gaan snoeien. Deze strategie pasten we op kleine schaal al toe rondom de fruitbomen die we in 2021 in het open grasland plantten en het eerste jaar nauwelijks groei lieten zien. Tussen de bomen door planten we de komende jaren de voedselbossoorten die uiteindelijk de pioniers grotendeels gaan vervangen als hun toegevoegde waarde afneemt.

De oogst

Een voedselbos is een ecosysteem met een grote variatie aan soorten met eetbare delen. Op ons erf hebben we nu zo’n 300 soorten en cultivars groeien, waaronder 17 verschillende appels en 11 verschillende peren. Lang niet alle soorten hebben eetbare delen, maar vrijwel alle soorten hebben een functie in het ecosysteem. Wat eetbaar is, hangt sterk af van de soort. Vaak is het de vrucht, zoals bij appels, peren, pruimen, kersen, bessen, walnoten, enz. Maar het kan ook het blad zijn, de bloem of de wortel. We hebben onze soorten- en cultivarvariatie zo samengesteld dat we fruit kunnen oogsten van juni tot begin december. Bladeren en bloemen kunnen vaak al eerder.

Omdat de vorige eigenaren al jaren geleden veel fruit- en notenbomen plantten, hadden we al direct een grote oogst. Te groot om zelf te verwerken. Veel valt op de grond en valt ten prooi aan slakken, insecten en vogels. Dat vinden we niet erg, onze aandacht gaat vooral uit naar het verder vormgeven van het ecosysteem. Het verwerken van de oogst kost simpelweg veel tijd en je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn. De kersen en bijvoorbeeld de honingbessen vragen om een zeer nauwkeurige timing en de vogels blijken daar beter in dan wij.

Voor de toekomst willen we de oogst wel beter gaan benutten. Door anderen te laten plukken en door mensen die er mooie dingen van kunnen maken toegang te geven tot ons voedselbos.

Het water

Zonder water geen leven. Wij troffen onze nieuwe plek in het voorjaar van 2020 in crisis na twee gortdroge zomers. Veel jonge struiken hadden het moeilijk en we vreesden dat de zomer er mogelijk te veel aan zou zijn. Water geven en het verwijderen van het verstikkende gras leken noodzakelijk om het tij te keren. Met veel moeite en met het geluk dat de lange tuinslangen (100m!) nog net leverbaar waren, hebben we vrijwel alles weten te redden. Het was meteen ook duidelijk dat we het zo niet nog een keer wilden. Regenwater opslaan en de groeiomstandigheden van jonge aanplant verbeteren werd het devies. Nu hebben we 12.000 liter permanente regenwateropslag die we met een pomp en de tuinslang kunnen benutten. Dat is erg prettig, maar het is nog veel fijner als het gewoon met regelmaat voldoende regent. Want ook met de regenwateropslag kost het nog steeds moeite om het water op de juiste plek te krijgen.

En regenen deed het vanaf het najaar van 2022 bijna onophoudelijk. We hebben de opslag sindsdien niet meer nodig gehad. Beter gezegd; het ene waterprobleem verving het andere. Begin 2024 was er zoveel water dat het geen kant meer op kon. We wisten al waar de nattere delen waren en hadden al aardig wat wadi’s gegraven, maar tegen zoveel neerslag viel niet op te werken. Gelukkig loopt er een sloot langs een deel van ons erf en hebben we het overtollige water met een dompelpomp en de tuinslang kunnen afvoeren van de meest kwetsbare delen zodat we schade aan struiken en bomen voor konden zijn.

Maar water is bovenal erg welkom. We hebben een grote natuurlijk poel waarvan het waterpeil met het grondwater meebeweegt en die bruist van het leven. De randen zijn begroeid met een dikke laag mos en vanuit het midden groeit riet. De poel vraagt wel beheer. Het riet moet in toom gehouden worden en het lijkt een perfecte plaats voor berken en boswilgen. We willen ongeveer 2/3-deel van de poel open houden en zijn voortdurende bezig met het verwijderen van boompjes en afsnijden van het riet. Voor de biodiversiteit is een poel van grote waarde.

In de zomer van 2022 viel de poel helemaal droog en daarmee was het beschikbare water van ons erf verdwenen. Dat bracht ons op het idee om ook een folievijver aan te leggen. Groot en diep genoeg om altijd water te bevatten. In januari 2023 hebben we de vijver laten aanleggen door Loek Gorris. In 2025 moet de vijver biologisch evenwicht hebben bereikt zodat het water mooi helder is en de beplanting weelderig groeit.

De seizoenen

De bovenstaande thema’s vragen voortdurend aandacht en arbeid. Maar er zijn ook dingen die je gewoon cadeau krijgt; het licht, de lucht en de dieren, de meeste althans. Je hoeft alleen maar aanwezig te zijn en je ogen en oren open te houden. En beelden zeggen meer dan 1000 woorden.

De dieren

Wij houden van dieren. En de dieren weten ons erf massaal en in toenemende mate te vinden. We hebben al 46 verschillende vogels gespot en de insectenrijkdom is groot. Op ons erf houden we rekening met de dieren. Uiteraard kunnen de dieren zich tegoed doen aan een zeer gevarieerd dieet. Maar we maken bijvoorbeeld ook veel takkenwallen en zijn er in alle uithoeken van het terrein stukken waar we niet vaak komen. Zelfs de wat grotere dieren kunnen zich buiten ons zicht op ons terrein bevinden en in de nacht gebeuren er ongetwijfeld dingen die wij nooit zullen weten. Al heeft onze wildcamera al enkele geheimen van de nacht blootgelegd.

Waar dieren leven, gaan ook dieren dood. Ook onze eigen kippen, al hebben we ze inmiddels een groot eigen verblijf gegeven omdat een vos in de zomer van 2024 ons erf ineens wist te vinden en zich met regelmaat liet zien op klaarlichte dag.